De kosmospiraat

kosmospiraat

Toen de moeder van onze held, de kosmospiraat in het oor fluisterde wat hij later wou worden, antwoordde hij zonder ironische bijbedoelingen: “een zebrapad.”

“Waarom,” vroeg zijn moeder verbaasd en onze held kon zien aan haar hoofd dat ze dacht dat hij reeds op jonge leeftijd zijn verstand was verloren. Haar blik haalde restanten van walging naar boven, doch onze held biechtte in alle eerlijkheid op, dat hij graag over zich laat lopen en tegen beter weten in is hij steeds trouw gebleven aan deze gedachte, daar hij het genot van anderen niet wil pijnigen. Zijn geboorte ervaart de kosmospiraat in zeker zin als het einde van de wereld en als de medemens polst naar zijn gevoelens dan biecht hij op, dat hij zich voelt als een voorgedrukt rouwkaartje. Toch houdt de kosmospiraat van humor en is een mop over een pool die naar het schijthuis moet, het fundament van zijn bestaan. Onze held wordt van kleine dingen gelukkig. Als men hem een hertenbiefstukje voorschotelt, dan maakt hij een sprongetje van blijdschap.

Onze held is een dromer wiens dromen ver op die van de modale mens vooruitlopen en hij zoekt zijn heil in het ontwapenende alledaagse van de banaliteit. Snel kwam hij tot het besef dat het leven een uitvinding is van het geheugen waardoor hij steeds op zoek was naar iets dat gewroken diende te worden. Zo is hij op zijn zestiende van school gesmeten voor het losrukken van rok en slip van een klasgenote, heeft hij geprobeerd van de school in brand te steken nadat hij een leerkracht een vuistslag had verkocht. Voorts was dit ook de leeftijd dat hij voor het eerst gevangenismuren van dichtbij heeft mogen bewonderen omdat hij compleet platzak, een oude vrouw heeft overvallen doordat hij een pizzamenu op zijn rug heeft willen laten tatoeëren.

Deze daden zijn tot stand gekomen omdat de kosmospiraat in een bikkelharde strijd is verwikkelt met een soort enzym. Het enzym valt het best te vergelijken met een hymne voor een oorlog die het einde van de wereld verkondigt. Het enzym wordt vertolkt door duisternis en waait als een dreunend orgel door zijn hersenen. Het enzym valt moeilijk te temmen, maar onze held gelooft alsnog het beest de strot dicht te knijpen.

Na iets langer dan twintig jaar te hebben rondgezworven in zijn eigen gekkenhuis is de kosmospiraat tot de conclusie gekomen dat je het leven beter in stilte beleeft. Dit gegeven heeft ertoe geleid dat hij zichzelf niet langer als een ongewenst neveneffect beschouwt. Deze levenswijsheid heeft niet voor desastreuze catastrofes gezorgd, wel voor hysterische uitbarstingen, waardoor de geteisterde medemens die zich regelmatig laat besmeuren met zijn verleden, de kosmospiraat is gaan aanschouwen voor een eigenzinnig object dat slechts kan corresponderen met muren die hem niet tegenspreken. Gelukkig laat onze held zich niet makkelijk besmetten door het speeksel van lastertongen en ziet hij zichzelf als een couveusekind die zich zonder de hulp van anderen groot maakt. Zijn voornaamste bezigheden zijn: tandenpoetsen, naar het toilet gaan en zijn neus snuiten. Als het over vrouwen gaat is hij ontiegelijk dom. Wanneer hij een vrouw kust dan heeft hij het gevoel dat hij gifgas inademt. De liefde omschrijft hij als een eeuwige queeste, een hoer die zich niet laat verkrachten en zijn geloof blinkt in het licht van dode sterren waarin de banaliteit van het alledaagse schemert. Momenteel probeert onze held de verveling te bestrijden in Langepootmüggenstad: een plek waarvan hij met zekerheid kan stellen dat ze hem geluk zal brengen omdat hij hoopt er de ultieme knal te vinden die hem moet verlossen uit de zeurende pijn van het nu.

Share/Save
Anonymous users will be subscribed with the selected preferred language. They will receive newsletters in this language if available. Registered users will be subscribed with their preferred language as set on their account page.

Nieuwe reactie inzenden

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.